Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) is een politiek orgaan van de Europese Unie. Het CvdR biedt decentrale overheden (regio’s, districten, provincies, gemeenten en steden) de mogelijkheid om de instellingen van de EU rechtstreeks van advies te dienen.
Wat is het doel van het CvdR?
De oprichting van het Comité van de Regio’s in 1994 had een tweeledig doel. Ten eerste wordt ongeveer driekwart van de EU-wetgeving op decentraal niveau uitgevoerd, waardoor het zinvol was om vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden te betrekken bij de totstandkoming van nieuwe Europese regels. Ten tweede was men bang dat het publiek steeds verder af zou komen te staan van het proces van Europese integratie. Eén manier om die afstand te verkleinen, was de gekozen bestuursorganen die het dichtst bij de burgers staan, een taak te geven in de beleidsvorming.
Welke Nederlandse organisaties zijn lid?
Er zijn in totaal 350 regionaal en lokaal gekozen vertegenwoordigers. De Nederlandse delegatie bestaat uit 12 leden, die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) (50/50) vertegenwoordigen.
Zes afzonderlijke commissies (groepen van leden) bereiden de adviezen van het Comité van de Regio’s voor, naar aanleiding van door de Europese Commissie voorgestelde nieuwe wetgeving.
Welke rol speelt het CvdR?
De Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie zijn in bepaalde gevallen verplicht advies te vragen aan het Comité van de Regio’s voordat zij een besluit kunnen nemen, zie ook MFK-besluitvorming. De Raad, Commissie of Europees Parlement kunnen het CvdR ook uit eigen beweging om advies vragen. Daarnaast heeft het comité het recht om op eigen initiatief adviezen uit te brengen op terreinen die rechtstreeks betrekking hebben op de verantwoordelijkheden van de lokale en regionale overheden, te weten:
- de sociale en economische samenhang (regionaal beleid en structuurfondsen)
- trans-Europese netwerken op het gebied van vervoer, telecommunicatie en energie
- volksgezondheid
- onderwijs, jeugdzaken en cultuur
- werkgelegenheidsbeleid, beroepsopleiding en sociaal beleid
- milieu
- vervoer