Wie zijn betrokken bij de Nederlandse voorbereiding van het MFK?

Vanaf 2018 vinden de onderhandelingen plaats voor het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en daarmee voor de invulling van een groot aantal programma’s. Het is voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) van groot belang te zorgen dat de eigen ambities een plaats krijgen in de nieuwe opzet van de Europese programma’s.

Wie is betrokken bij de voorbereiding van het MFK?
Binnen Nederland hebben de ministeries van Buitenlandse Zaken (BZ) en Economische Zaken en Klimaat (EZK) het voortouw bij de onderhandelingen. Binnen IenW vindt regelmatig voorbereidend overleg plaats, onder voorzitterschap van Jennefer Baarn (DGMI), die de IenW-inbreng coördineert. Vanuit DGWB is Willem-Jan Goossen betrokken; vanuit RWS is dit Prisca Haemers.

Wie is betrokken bij de voorbereiding van de Kaderprogramma’s (KP9, Horizon Europe)?
In Nederland zijn het ministerie van EZK (eerst verantwoordelijke) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in de lead om een kabinetsstandpunt voor te bereiden.

Voor KP9 is er een interdepartementaal dossierteam (EUWI) onder voorzitterschap van Audrey Goosen (EZK) en Nynke Cornelissen (OCW). Piet de Wildt en Robbert Droop van DGMI zijn leden van het dossierteam. Het OCW/EZK-team bestaat verder uit Ineke Hoving (EZK) en Ineke Mol en Dolf Grasveld (OCW).

Wie is betrokken bij de voorbereiding van EFRO?
Het is van groot belang dat het ministerie van IenW en Rijkswaterstaat, maar ook de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland (VEWIN) betrokken zijn. Dit geldt voor alle onderhandelingsfasen: bij het opstellen van nationale prioritaire thema’s voor het MFK, verordeningen, partnerschapsovereenkomsten en operationele plannen.

De inzet op bijvoorbeeld klimaatadaptatie is niet gegarandeerd in de verschillende fondsen. Vaak zijn er andere prioriteiten bij andere departementen. Het ministerie van EZK zet vooral in op regionale economische versterking en de energietransitie, vooral daar waar grote publiek-private samenwerkingsverbanden kunnen ontstaan. Het is daarom van belang om ook bij het opstellen van de RIS3 zoveel mogelijk betrokken te zijn.

EFRO en Interreg A: Voor EFRO is er een dossierteam onder leiding van Sip Oegema (EZK). Verder zijn Martijn Adelaar en Jennefer Baarn van DGMI betrokken.

Interreg B en C: Deze programma’s worden door IenW getrokken. Henk Meeldijk (DGMI) is opdrachtgever van RVO.nl. Vanuit RVO.nl zijn Machtelijn Brummel en Silvester Botman eerste aanspreekpunt.

Wie is betrokken bij de voorbereiding van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid?
Binnen DGWB is Wilbert van Zeventer betrokken.